Het baas-gen

Ik heb totaal geen leidinggevende genen. Jarenlang werkte ik tot volle tevredenheid van alle partijen bij een baas. Er riep wel eens iemand dat ik chef kon worden, en dan bloosde ik erg van zeer vereerd en ging gewoon weer verder waar ik was gebleven: in mijn eigen winkeltje binnen de krant. Als het mis ging kon ik alleen mezelf wat verwijten, en als iets een enorm succes was dronk ik er met gezellige collega’s een borrel op. Iedereen blij.

Mijn kind heb ik zonder brokken opgevoed, maar dat is gewoon een erg goed gelukt kind, dat ligt niet aan mijn leidinggevende kwaliteiten. Deze week mocht ik die skills oefenen, met een tuin vol hoveniers en een huis vol schilders. Ik pak zulke dingen altijd hopeloos verkeerd aan. Allereerst wil ik dat iedereen mij aardig vindt, en mijn huis heel mooi. Daar gaat het dan al mis, want ik begin meteen met hectoliters koffie zetten, en heel gedwee glimlachen, en dan zijn we al een uur verder voor er ook nog maar een kwast is opgepakt, of een bordertje gewied.

Vervolgens heb ik met iedereen medelijden. Kijk, die arme jongens spitten, en wat is dat sauzen zwaar werk. Om die door mij aangedane kwelling te verlichten roep ik steeds maar weer van pauze, en draait de frituurpan overuren. Het moet bij mij vooral gezellig, goed verzorgd en fijn werken zijn. Al dat gepauzeer haalt de vaart natuurlijk lelijk uit de arbeid. En na een week beginnen die mannen ook een beetje te zuchten, als ze weer met mij op mijn leukst  en aller-kwebbeligst aan de koffie met koek zitten. Je kan het ook overdrijven.

De enige keer dat ik wel een kritische opmerking maak, krijg ik daarvan knopen in mijn maag. Vervolgens komt het er veel te ongepolijst uit, en dan gaat zo’n noeste werker staan huilen. Halfslachtig krabbel ik dan terug, dat het misschien ook best artistiek is, mintgroene vlekken op een wit plafond, of een boom die twee meter uit de aangewezen plek staat.

Als aan het eind van de dag iedereen thuis fris staat te douchen, moet ik eerst mijn huis weer omtoveren van kantine met krakende zandvloer en plastic bekerberg tot iets bewoonbaars. Vervolgens denk ik nog de hele avond vol zelfhaat na over hoe het anders had gemoeten, en hoe ik dat dan ga verkopen. Op zulke dagen verlang ik hartgrondig naar een nieuw bestaan als Zelfstandige Zonder Personeel, met de nadruk op Zonder. Baas zijn, je kan nog beter zelf hard werken.

Plaats een reactie