Als kind mocht ik één ding niet lusten. Op zich een prima opvoedtruc, maar ook een lastige gezien het culinaire palet dat thuis werd opgediend. Zou ik die schoenzool-runderlappen skippen of de grijze andijvie, de zuurkool die naar braaksel rook of de overgare spruiten waar je steeds maar winden van moest laten? Het slagveld overziend is het nog een wonder dat ik ooit zo’n lekkerbek ben geworden. Witlof kende ik, net als andijvie, bloemkool en koolraap, alleen met een papje. Harstikke jammer natuurlijk, want als je ‘m niet zo snottergaar kookt, valt er aan deze groente heel wat te beleven. Iets bitter, een beetje bite dichtbij het hart… Voeg je dan ook nog wat zoets, knapperigs en hartigs toe dan is die witlof ineens de belle van het bal. Ooit scheurde ik dit recept van een sterrenchef uit de Allerhande en ik vind het nog steeds heerlijk. Ik heb het wel een stuk makkelijker gemaakt, en met een stuk minder boodschappen. Wedden dat je het meeste hiervoor nog wel in de koelkast en vriezer hebt slingeren? Serveer er een salade bij en (als het een hoofdgerecht is) bv gebakken krieltjes.
Ingrediënten voor 4 stuks (voor hongerige types maak je er 2 pp)
100 gram kristalsuiker
1 el verse thijmblaadjes
25 gram ongezouten roomboter
2 stronkjes witlof
2 el olijfolie
2 vellen bladerdeeg (vriezer)
Stukje brie of andere lekkere Franse kaas
Aan de slag!
Maak eerst de karamel. Daarvoor doe je de suiker met twee eetlepels koud water in een steelpan en laat het op een laag vuurtje karamelliseren tot het mooi bruin is (niet té, dan wordt het bitter). Voeg 40 ml heet water toe (pas op voor spetteren!) en laat de karamel oplossen. Voeg de thijmblaadjes toe, laat vijf minuutjes zachtjes koken. Voeg van het vuur de boter toe en laat al roerend oplossen in de karamel.
Snijd het uiterste kontje van de witlof af en halveer in de lengte. Verhit de olie in een ruime koekenpan en bak de halve stronkjes met de snijkant naar beneden, een minuut of drie afhankelijk van de dikte (het moet nog niet gaar zijn). Laat iets afkoelen en bestrooi met zout en peper. Halveer de plakjes bladerdeeg (of niet, het moet om je stronkje witlof passen straks). Verwarm de oven voor op 170 graden.
Bestrijk een strook bakpapier met de karamel en leg de stronkjes lof er met de snijkant naar beneden op. Vouw om elk stronkje bladerdeeg (dat is straks je bodem, want we gaan de boel nog omkeren). Bak 15 minuten op 170 graden en nog 10 minuten op 150 graden. Keer ze om en leg op een bord. Leg op elk taartje een plakje kaas. Garneer met wat salade, die je licht-zuur aanmaakt met een dressing voor het contrast.